De Zuidas kwam een tijdje geleden naar me toe met de volgende vraag: “we hebben een meter papier met milieurapporten, visies, checklisten en beleidsplannen, maar als we in een paar krachtige bewoordingen willen vertellen wat duurzaamheid aan de Zuidas behelst, dan weten we niet waar we moeten beginnen! Kun je ons door de bomen het bos weer laten zien?
Kijk, dat is een kolfje naar mijn hand. Ik heb in 20 jaar tijd met vallen en opstaan geleerd onderscheid te maken tussen kansrijke duurzaamheidsambities enerzijds, en de politiek correcte stapel papier anderzijds. Goed bedoelende adviseurs, wethouders en ambtenaren hebben de begrijpelijke neiging om volledig te willen zijn in hun duurzaamheidsambities. Er volgen dikke rapporten en lange checklists over waar een ruimtelijk plan allemaal rekening mee moet houden. De Zuidas telde inmiddels zo’n 70 duurzaamheidsaspecten die allemaal excellent in de plannen terecht moesten komen. Niemand begreep meer waar het om ging en wat prioriteit moest hebben.
Mijn ervaring is dat het overgrote deel van ruimtelijke projecten slechts een paar duurzaamheidsambities werkelijk waar kan maken. De rest is papier: politiek correct, maar ook een beetje overbodig. Daarom besprak ik met de Zuidas om de komende jaren te focussen op 4 specifieke duurzaamheidskwaliteiten, waarin het gebied echt kan excelleren. Dat zijn:
- Scheppen van een ‘metropolitaan’ woon- en werkmilieu met internationale allure;
- Inzetten op collectief georganiseerde, hightech, duurzame energietechnieken;
- Tot aan het gaatje uitbuiten van de Openbaar Vervoer kwaliteit op deze locatie;
- Zwaar inzetten op flexibele (aanpasbaar, cradle2cradle recyclebaar) gebouwen.
Voor deze blog voert het te ver om daar dieper op in te gaan. Ik schreef het allemaal op in een leesbare en ietwat provocerende brochure, gelardeerd met pakkende citaten. Wie het stuk wil lezen kan terecht bij de Zuidas, of stuurt mij een mailtje.
Leave a Comment